De enige beste strategie die u wilt gebruiken voor greenleaff
Wiki Article
Tegen een zestiende eeuw deed een opkomst met de standaardtalen, in de Nederlanden alsmaar sterker ons contrast aanvoelen tussen de persoonlijk Nederfrankische standaard en het Hoogduits. Daar ontstond zo ons behoefte het onderscheid uit te drukken. In Vlaanderen, Brabant en Holland begon men de lokale schrijftaal het Nederlands te benoemen en de Hoogduitse schrijftaal dit Overlands, zoals blijkt uit een in 1514 in dit toenmalige culturele centrum over de Nederlanden Antwerpen gedrukte Pronosticatie van den jare 1514 uten overlantschen ghetrocken in den nederlantschen ("Voorspellingenboek voor het jaar 1514 uit dit Overlands omgezet in het Nederlands"). In 1550 kan zijn het woord Nederlands weet gemeengoed in het Zuiden, getuige daarvan dit boekje van een Gentenaar Joas Lambrecht "Nederlandsche Spellijnghe".[24] Het onderscheid met dit Hoogduits bleef desalniettemin ook niet beperkt tot de Nederfrankische gebieden omdat in de Nedersaksische streken noemde men een eigen taal tevens nederlendisch.
In bijna ongewijzigde gestalte werd die spelling in 1946 in België bij regeringsbesluit ingevoerd, Holland voerde hoofdhaar in 1947 in. De eerste druk betreffende dit Groene Boekje verscheen in 1954. Het boekje bevatte een uitvoering betreffende dit Belgische Spellingbesluit betreffende 1946 en een Nederlandse Spellingwet aangaande 1947, waarbij ons regeling werd voorgeschreven betreffende betrekking tot het voornaamwoordelijk toepassing, het toepassing aangaande genitiefvormen bijvoorbeeld der, dezer en zijner, de schrijfwijze betreffende bastaardwoorden en de tussenklanken in samenstellingen.
Het Japans kent voor heel wat middelen en leerwijzen welke in Japan voor de 17e eeuw niet bekend waren Nederlandse benamingen. Vaak geraken een woorden op ons andere wijze uitgesproken, geschreven ofwel bestaan veranderd waardoor de Nederlandstalige oorsprong bijna ook niet kan zijn op te merken. Enkele Nederduitse dialecten beschikken over ons duidelijke Nederlandse kracht ondergaan; zie Nederlandse kracht op het Nederduits.
Daar was toentertijd nog geen standaardtaal, maar alle Middelnederlandse dialecten waren vermoedelijk in meer of mindere mate wederzijds verstaanbaar. Een spelling over het Middelnederlands volgde de spreektaal, die ieder regio krachtig kon afwijkingen. Het was aanvankelijk ook niet zo essentieel toentertijd er nog gering in een volkstaal op schrift werd gesteld en een meeste personen, buiten de hogere geestelijke stand, ook analfabeet waren en daar zeker niet veel gelezen werd.
Daardoor is een huidige verwantschap over dit Nederlands en Duits, die voor ons cruciaal deel verder op het Frankisch is retour te voeren, tevens omvangrijk, met name hetgeen betreft een woordvolgorde.
Door het monopolie aangaande de VOC in Japan kwamen westerse wetenschap en technologie in het land terecht. Rangaku, 'Nederlandkunde' stelde het land in staat kennis te nemen betreffende de ontwikkelingen in een westerse technologieen en heelkunde in een tijd 1641–1853, die bekendstaat ingeval een sakoku ofwel isolatie via dit Tokugawa-shogunaat.
De taalgrens tussen dit Nederlands en dit Duits kan zijn geleidelijk tot stand gekomen en de precieze locatie ervan kan zijn grotendeels de uitkomst van politieke factoren. Ondanks de stamverschillen en opeenvolgende klankverschuivingen bleef er ons zogenaamd dialectcontinuüm bestaan: vanaf het gebied over het huidige Noord-Frankrijk tot in Oost-Duitsland liepen de West-Germaanse dialecten in mekaar over, iets hetgeen ze in zekere zin alsnog steeds doen. Enige grens die men in het historische continuüm zou wensen trekken tussen ons Nederlands en een Duits is iedere keer willekeurig.[25] Voorheen nog dan in de Nederlanden begon er ons persoonlijk standaardtaal te opkomen in dit middelpunt aangaande dit huidige Duitsland. Het was ons over een veel groter gebied gespreide geleidelijke ontwikkeling waarvan enkele onderzoekers een kern leggen in een Hoogfrankische dialecten met een Rijn,[26] anderen dit centrum bemerken in de Middelsaksische bestuurstaal betreffende dit Keurvorstendom Saksen welke ons genoeg status kreeg via een Bijbelvertaling over Maarten Luther.[11] Dit zo ontstane "Hoogduits" werden al in de loop aangaande de zestiende eeuw here via omvangrijke gebieden behalve dit oorsprongsgebied als standaard aanvaard voor behandeling in het bestuur, de religie, de wetenschap en een handel; rivaliserende opkomende standaardtalen verloren daarmee een competitie.[11] Het eerst gebeurde dat in het zuiden, in streken waar Zwabische en Beierse dialecten gesproken geraken en zichzelf ons gemeenschappelijk Opperduits juiste ontwerpen was, en tenslotte in dit noorden daar waar een Nedersaksische Hanzetaal zodra schrijftaal verdrongen werd.
Ook een heleboel immigranten, eerst uit Zuid-Europa en vervolgens uit Marokko en Turkije adopteerden dit Frans indien voertaal in hun contacten betreffende overheid en derden, en deden het aantal Franssprekenden stijgen. Dit precieze aantal Nederlandstaligen (als moedertaal) bij een Brusselse inwoners is ook niet bekend; schattingen hierover lopen uiteen naargelang de politieke strekking die een bron aanhangt.
Nederlandse spelling · Nederlandse spellingregels · dt-fout · aardrijkskundige namen · accenttekens · achternamen · afbreken · apostrof · Groene Boekje · hoofdletter · koppelteken · liggend streepje · onjuist spatiegebruik · paarde(n)bloemregel · smurfenregel · Spellingwijzer De Taal · trema · tussen-n · tussen-s · alternatieve spelling
In een 16e eeuw, toen de geletterdheid bij een 'normale' bewoners duurzaam steeg en daarom ook het Nederlands continue belangrijker werden indien schrijftaal, werden meerdere pogingen ondernomen ons eenduidige spelling te realiseren. Uiteindelijk gaf de Staten-Generaal opdracht teneinde een Bijbel vanuit de grondtekst te vertalen. Dit resulteerde in 1637 in ons vertaling welke vertrouwd werd ingeval de Statenvertaling. Een kracht van deze vertaling op een ontwikkeling met de Nederlandse taal is in het verleden sterk overdreven voorgesteld.
Het Nederlandse werkwoord heeft aan dit doorgaans drie persoonsvormen in een tegenwoordige tijd en 2 in een onvoltooid verleden tijd. Voltooide tijden worden aangemaakt met een hulpwerkwoorden hebben en bestaan. De toekomende tijd is gevormd betreffende dit hulpwerkwoord zullen.
Daar kwam meer en meer eenheid in de Nederlandse taal. En daar werd verder gestreefd naar ook een handige schrijftaal indien ons algemene spreektaal welke daarop is gebaseerd.
Zie verder Nederlands in de IJsselmeerpolders. In het noorden en vervolgens met name in en om Urk is daar met oudsher weet ons dialect betreffende het Nedersaksisch gesproken.
De Vertaalwoordenschat is ons applicatie voor tweetalige woordenboeken die immers relevant bestaan maar commercieel ook niet snel gemaakt zullen worden.